Wanneer gebruik je eigenlijk de achterrem op je motor?

Met de krachtige voorrem met de grote (vaak dubbele) schijf die bij veel moderne motoren is gemonteerd, lijkt er geen reden te zijn om ook de achterrem te gebruiken. Veel motorrijders gebruiken hun achterrem dan ook nauwelijks. De vraag die daarom ontstaat is dan ook: wanneer gebruik je eigenlijk de achterrem? Voor alle duidelijkheid: onder normale omstandigheden gebruik je als motorrijder zowel je voor- als je achterrem. De juiste manier van remmen is dan: eerst de voorrem, dan de achterrem en als laatste de koppelingshendel inknijpen. In deze blog meer over de rol van de achterrem.

Het is eigenlijk best overzichtelijk hoe het remmen op een motor werkt. De voorrem bedien je met je rechterhand. De achterrem met je rechtervoet. Er zijn daarbij twee soorten remsystemen mogelijk.

Schijfremmen is wel het bekendste systeem. Hierbij worden de remschijven (dit zijn metalen schijven) aan de naaf gekoppeld zodat ze meedraaien met de wielen. Zodra er geremd wordt, drukken de remblokken tegen de remschijf aan zodat deze (en daarmee het wiel dat eraan gekoppeld is) tot stilstand komt.

Trommelremmen vind je vooral op oudere motorfietsen. Ze bestaan uit een gesloten 'trommel' met daarin twee halvemaan-vormige remschoenen die is gemonteerd op een vaste remankerplaat, die niet kan meedraaien met het wiel. Wanneer je remt met een trommelrem, worden de remschoenen naar buiten geduwd, zodat ze in contact komen met de remtrommel. Door de wrijving, die dan ontstaat, wordt het wiel afgeremd.

Het effect van beide systemen is gelijk. Die vertraging brengt de band van het wiel over op de weg waar de motor op rijdt. De weg biedt weerstand (grip) aan de band. Hierdoor neemt de snelheid af van de motor. En zolang er meer grip is dan de hoeveelheid vertraging van het wiel, neemt de snelheid van de motor af.

Omdat jouw motorfiets bij het stevig remmen in de voorvering duikt, krijgt het achterwiel steeds minder grip. Bij een noodstop kan het achterwiel zelfs helemaal los van het wegdek komen. Door het inveren van je voorvering kan er met de voorrem veel krachtiger geremd kan worden dan met de achterrem.

Volgens de verkeerswet moeten motorvoertuigen twee onafhankelijk werkende remsystemen hebben. Dit betekent dat er zowel een voor- als een achterrem op de motor moet zitten. Dit is niet alleen wettelijk verplicht, maar ook cruciaal voor de veiligheid. In geval van nood moet je je voertuig gecontroleerd kunnen remmen.

Los van de wettelijke verplichting, is de focus op de voorrem ook logisch vanuit een natuurkundig oogpunt. Bij het remmen verplaatst door de traagheid van de massa het gewicht naar voren. Dit betekent dat er meer remkracht via het voorwiel kan worden overgebracht dan via het achterwiel. Daarom is het logisch om een krachtiger remsysteem aan de voorkant te installeren. Maar betekent dit dat we de achterrem niet nodig hebben? Absoluut niet.

De achtterrem heeft een kleinere remschijf en een kleiner remblok oppervlak dan de voorrem. En alhoewel het achterwiel snel blokkeert of het ABS vroeg ingrijpt omdat het ontlaste wiel niet genoeg remkracht kan overdragen, speelt de achterrem nog steeds een belangrijke rol.

Het gebruik van de achterrem kan bijvoorbeeld helpen om het motorrijden stabieler te maken. Als je alleen de voorrem bedient, kan de elektronica van het gecombineerde ABS-systeem eerst druk opbouwen op de achterrem. Het effect? Het achterste deel van de motor zakt iets in, waardoor de gewichtsverdeling naar voren wordt vertraagd en de motor stabieler blijft tijdens het remmen.

De achterrem is niet alleen nuttig voor het vertragen, maar ook voor het sturen. Als je in bochten je koers naar binnen wilt corrigeren, kan je de achterrem zeer efficiënt gebruiken. Door het zware achterwiel af te remmen, kan je de motor in de gewenste richting sturen.

Dus onderschat nooit de waarde van je achterrem, het is een krachtig instrument in je rijtechniek. Vergeet niet de kracht van je achterrem als je de volgende keer op je motor stapt.