Voor elk wat wils

Via MotoShare is het mogelijk een keuze te maken uit een interessant en gevarieerd aanbod aan Triumph modellen. Alle typen zijn zo’n beetje vertegenwoordigd. Onze teamleden zijn groot fan van dit iconische Britse merk en hebben in de afgelopen jaren de meeste van de modellen mogen uittesten.

Het is vooral in het retro segment dat Triumph toonaangevend in de wereld is. Vanaf het begin van deze eeuw is er hard gewerkt om liefhebbers van de typische staande twins weer te verblijden met telkens nieuwe en prachtig gestileerde modellen.

Twee of drie?

Maar het is niet alleen vanwege de stampende tweecilinders waardoor het merk de status van weleer opnieuw van glans heeft voorzien. In de nadagen van de voormalige fabriek in Meriden (Engeland) werd in 1970 geprobeerd met de introductie van een driecilinder model het bedrijf van de ondergang te redden. Het was een idee uit 1961 dat afkomstig was van de toenmalige directeur Bert Hopwood, opvolger van de legendarische Edward Turner die het merk groot had gemaakt.

Helaas heeft de driecilinder van Triumph (met o.a. de Trident en de X75 Hurricane) het destijds af moeten leggen tegen de kwaliteiten van de Honda viercilinders. De Engelse fabrikanten werden vermorzeld door de Japanse hegemonie op alle fronten en legden vrijwel allemaal het loodje in de zeventiger jaren.

Fast forward

De Britse ondernemer John Bloor blies in de tachtiger jaren Triumph nieuw leven in. Vanuit de fabriek in Hinckley, onder de rook van Birmingham, liepen opnieuw Triumph modellen van de band. Moderne technologie en een eigentijdse look. ‘They were back in business’!

Dit keer werd gestart met de productie van drie- en viercilinders waarna in 2001 de tweecilinders volgden.

Three to tango

De moderne driecilinders van Triumph staan bekend om hun soepele motorkarakter. De gasrespons is heel direct en het blok pakt vlot op. Het koppel is goed verspreid over de gehele bandbreedte maar vergis je niet, even een snelle beweging met de rechterpols en je vliegt vooruit!

Met name de Street Triple (765cc versie) en de Speed Triple (1050cc) staan bekend om hun sportieve rijeigenschappen en maken hun uitdagende en snelle uiterlijk meer dan waar.

Nog meer power!

MotoShare reed een week lang met de meest complete uitvoeringen; de Street Triple RS en de Speed Triple RS.

Het was vooral de Speed Triple die in de rijders de ‘hooligan’ tevoorschijn toverde. Beide testers zijn normaal gesproken weliswaar sportieve rijders, maar ‘kleuren meestal netjes binnen de lijntjes’. Deze motor daagt je echter vanaf het moment van starten uit tot een tandje extra.

Kleine broer

Met ‘slechts’ 765cc zou je denken dat de Street Triple behoorlijk in de schaduw staat van de grote broer.

Niets is minder waar!

Natuurlijk is er verschil. We hebben ruim 150 pk en een koppel van 110kW om mee te stoeien op de Speed Triple, ten opzichte van de 123 pk en 90.5 kW op de Street Triple. Echter, het 765 cc model weegt ruim dertig kilo minder. Dat brengt de verhoudingen toch wel weer aardig in lijn met elkaar.

Veel plezier!

De Street Triple RS oogt wat kleiner maar het zijn minimale verschillen. Toch voelt het direct anders wanneer je plaats neemt op het 82,5 cm hoge zadel. De ergonomie van beide motoren is uitstekend, maar de Street Triple is toch een stukje vriendelijker voor de rijder.

MotoShare huren

Op onze site zijn diverse Street en Speed Triples te huur. Het zijn weliswaar niet de spiksplinternieuwe 2020 modellen die we van Triumph Benelux ter beschikking hadden voor deze test, maar het zijn stuk voor stuk leuke uitdagende motoren waarmee je zelf een keer kennis kunt maken met dit prachtige merk en haar sportieve modellen.