Peter Nederstigt
Peter Nederstigt

Verkeerslicht gaat niet op groen op de motor. Waarom gebeurt dit?

30 augustus 2022

Voor veel motorrijders een herkenbare situatie. Je staat te wachten voor een rood verkeerslicht en links en rechts mag het verkeer rijden. Telkens opnieuw. Maar het licht boven jouw rijstrook blijft rood. Je krijgt het vermoeden dat er iets niet klopt. En dat dit te maken heeft met het feit dat je op de motor voor het verkeerslicht staat.

Waarom blijft het licht op rood?

In het wegdek voor het verkeerslicht zijn lussen van koperdraad verwerkt. Die detecteren of er een voertuig voor het stoplicht staat. Als het stoplicht op rood staat en niet verandert als jij op je motor ervoor zit, dan heeft de lus jouw motor niet gedetecteerd.

Hoe werken lussen in het wegdek?

Een verkeerslicht krijgt signalen van lussen die in het wegdek verwerkt zijn of van een signaal die de fietser of voetganger via een drukknop geeft. De lus in het wegdek kun je gewoon zien liggen: het zijn die zwarte vierkanten of rechthoeken in het asfalt. In de sleuven die hiervoor worden gezaagd ligt een koperen kabel waarop stroom staat en die vervolgens afgedicht wordt met vloeibare bitumen. Het ijzer van de onderkant van auto of vrachtauto geeft een verstoring van de stroom in de kabels waardoor een signaal wordt verzonden naar de regelautomaat van het verkeerslicht.

Het verkeerslicht weet dan dat er een auto staat te wachten. Als de lus bezet blijft door opvolgende auto’s, en dus de stroom in de lus blijft verstoren, weet de automaat dat er nog steeds verkeer is en geeft extra groentijd aan die richting. Natuurlijk zit er een maximum groentijd aan omdat andere richtingen anders te lang zouden moeten wachten. De regelautomaat zorgt ervoor dat al het verkeer in zo kort mogelijke groentijd het kruispunt kan passeren.

Verschillende soorten lussen voor het verkeerslicht

Er bestaan lussen met een verschillende functie. Op een rijstrook ver vóór het kruispunt ligt een lus die meet dat een voertuig nadert. Mogelijk kan het verkeerslicht al naar ‘groen’ zodat het voertuig zonder te stoppen door kan rijden. Daarna liggen er één of twee lussen die de aanwezigheid meten op de verschillende rijstroken. Er ligt ook nog een lus net vóór de stopstreep. Deze meet of het laatste voertuig uit een colonne is gepasseerd. Op basis van die meting gaat het verkeerslicht naar ‘oranje’ en ‘rood’.

Soms ligt er na de stopstreep nog een lus. Met die lus wordt de camera aangestuurd die een foto maakt als je door rood rijdt.

Hoe zorg je dat je licht op groen gaat?

De reden dat het licht niet op groen gaat is dat de lus jouw motor niet detecteert. Auto’s hebben een veel groter oppervlak aan metaal dan jouw motor en in sommige gevallen krijgt de lus simpelweg niet door dat jouw motor voor het licht staat. In veel gevallen is de gevoeligheid van de lus verminderd omdat het asfalt laag boven de lus is vernieuwd. Of omdat de afstelling van de gevoeligheid van de lus niet goed is gedaan.

Soms helpt het om opnieuw positie te kiezen voor het verkeerslicht. Het is dan het beste om 2 meter voor de stopstreep en 1 meter van het midden van de rijstrook te gaan staan. Of even heen en weer te rijden over de lussen. Soms moet je gewoon wat geduld hebben en komt het signaal alsnog door. Als dat allemaal niet werkt moet je in ieder geval niet door rood rijden. Dat is natuurlijk gevaarlijk en je loopt het risico een flinke bekeuring thuis te krijgen.

Volg MotoShare opof

Best gelezen

Door deze website te gebruiken, ga je akkoord met de cookie voorwaarden.