Luuk van Maanen
Luuk van Maanen

Wat zijn BRAVOK veiligheid checks? Wij leggen uit!

11 juli 2018

Wat is de BRAVOK afkorting?

Elke letter van deze afkorting staat voor een punt van de motor die je dient te controleren voor je wegrijdt. Voor je eigen veiligheid en die voor anderen. Voordat jij mag gaan afrijden, zal de examinator aan je vragen welke punten je moet controleren voor je gaat rijden. Deze punten kan je makkelijk onthouden door de afkorting BRAVOK. Deze check doe je om de staat van je motor gezond te houden, maar het meest belangrijk is dat je veilig met je motor de weg op gaat.

Bij de afkorting BRAVOK staan de letters voor de volgende controlepunten bij de motorfiets:

B: Banden en brandstof R: Remmen A: Accu V: Verlichting en vering O: Olie K: Ketting en koeling

Deze punten zijn niet alleen tijdens je examen belangrijk, maar ook als je daarna zelf de weg op gaat.


1. De B van Banden en Brandstof bij de motor

Banden van de motor

De controle punten voor de banden van de motor zijn:

  1. Voldoende spanning. De banden moeten voldoende op spanning zijn. Dit is cruciaal voor een goede wegligging. Check het instructieboekje van de betreffende motor voor de juiste spanning.
  2. Voldoende profiel. Profiel is bedoeld voor afvoer van vuil en water. Wettelijk moet je minimaal 1 mm profiel hebben (slijt indicatoren). Aan te raden is om met niet minder dan 2 mm profiel te gaan rijden.
  3. Niet uitgedroogd (scheuren in band). Geen steentjes of glas (deze verwijderen). Als je een spijker of schroef in je wiel hebt, laten verwijderen door een garage. Kortom, geen grote beschadigingen aan de band. Gelijke slijtage over de gehele band.
  4. Ventiel dop aanwezig. Deze dient om het ventiel te beschermen tegen roest, vocht en indringen van vuil. Door de centrifugaalkracht kan het vuil juist bij hoge snelheid het ventiel indrukken waardoor de band zal leeglopen.

Brandstof in de motor

Het is belangrijk altijd goed te kijken naar het brandstof niveau. Je zal de eerste niet zijn die langs de kant staat zonder brandstof.


2. De R van Remmen van de motor

De controle punten voor de remmen zijn:

  1. Beide remmen werken hydraulisch, d.w.z. door middel van remvloeistof. Vloeistofniveau's controleren van de voorrem en achterrem. Er mag een luchtbel zichtbaar zijn boven de vloeistof, echter niet onder het minimum niveau want dan ontstaat het risico dat er lucht in de leidingen komt. Daling van het niveau kan het gevolg van slijtage van de remblokken zijn, of door lekkage van de leidingen. Om lekkage te voorkomen aan de leidingen is het belangrijk dat de leiding zo bevestigd is dat waar deze de motor kan raken de leiding voorzien is van een extra mantel. Bij lekkage verliest de motor zijn remmende werking doordat geen rem druk kan worden opgebouwd.
  2. Remschijven van de motor visueel controleren op gelijkmatige slijtage.
  3. De remblokken van de motor moeten ook visueel gecontroleerd worden op slijtage.

Controle punten van de ABS van de motor (indien aanwezig):

Lampje op het dashboard van de motor brand bij starten en dient uit te gaan wanneer er ca 10 km/h gereden wordt.


3. De A van Accu bij de motor

Door de motorrijder te controleren:

  1. De accu van de motor moet deugdelijk bevestigd zijn.
  2. Vloeistof niveau van de motor controleren en indien nodig aanvullen met gedestilleerd water.
  3. Controleren of de accupolen van de motor niet geoxideerd zijn (bloemkool vorming) Oxidatie kan voorkomen worden door de polen van de accu in te vetten met zuurvrije Vaseline.

4. De V van Vering en Verlichting van de motorfiets

Vering

Door de motorrijder te controleren bij vering van de motor:

  1. De vering van de motor moet voor en achter schoon zijn en geen lekkage vertonen. De demping mag geen lekkage vertonen. dit is duidelijk te herkennen bij de oliekeringen aan de voorvork. Daar zal bij lekkage olie uit de voorvork komen.
  2. Vaak is bij een motor met een enkel instelbare achter-schokbreker de demper gevuld met gas. Deze mag enkel lichte roestvorming hebben. Bij bladvorming van roest zijn scheurtjes namelijk niet waar te nemen.

Aandachtspunt: Voor de achtervering is het verstandig om te weten wat de stel-mogelijkheden zijn i.v.m. een passagier of bagage. Bij het rijden met een passagier en/of bagage is het voor de stabiliteit namelijk beter als de achterveren wat stugger zijn afgesteld. Raadpleeg voor de afstel-mogelijkheden het instructieboek van de betreffende motor.

Door de motorrijder te controleren punten bij verlichting van de motor:

De controle van verlichting gebeurd net na de vragen uit dit BRAVOK verhaal. Vlak voor je de weg op gaat.

  1. Voor en achterrem van de motor hebben een aparte schakelaar deze dienen ieder onafhankelijk van elkaar het remlicht aan te sturen.
  2. Richtingaanwijzers links en rechts worden gecontroleerd.
  3. Werking van voor en achterlicht en de claxon van de motor.

5. De O van Olie in de motor

Door de motorrijder te controleren punten bij olie:

  1. Olie moet op niveau zijn. De vuldop is de peilstok. Let er bij het peilen op dat de motor rechtop staat. Het meest handig is om de olie te peilen als de motor nog koud is. De olie zit dan nog onder in het carter. Dit is belangrijk i.v.m een juiste indicatie van het oliepeil. Met warme motor kan de olie ook gepeild worden, wel 5 minuten wachten tot de olie is teruggezakt naar het carter. Hoeveel en welke olie er bijgevuld moet worden staat in het instructieboek. Voor wat betreft de hoeveelheid is het over het algemeen zo dat het verschil tussen minimum en maximum meestal een 0,5 liter is.

6. De K van Ketting en Koeling van de motorfiets

Ketting van de motorfiets

Voor een langere levensduur van de ketting is het verstandig om deze regelmatig te smeren. Het beste kun je dit doen na een rit, wanneer de ketting nog warm is

Door de rijder te controleren punten bij de ketting van de motor:

  1. Speling moet 2 a 3 cm zijn. Te meten aan de onderkant in het midden tussen voor- en achter tandwiel.
  2. Het tandwielset is versleten als de tandwielen scherp worden. Dan dient het voor en achtertandwiel en de ketting tegelijkertijd vervangen te worden.
  3. Regelmatig de ketting controleren op slijtage en het wiel naar achteren verstellen totdat de juiste speling is verkregen. Praktisch betekent dit dat je ongeveer elke 500 km je ketting zult moeten smeren. Rij je in de regen of lange ritten dan zal je nog vaker de ketting moeten smeren.

Koeling van de motor

Door de rijder te controleren punten bij de koeling van de motor:

  1. Koelvloeistofniveau. Het expansievat (om evt bij te vullen zit vlak voor het achterwiel.) Daar is het minimum en maximum peil van de koelvloeistof te vinden. Controleer dit bij een koude motor allen dan is het realistische peil af te lezen. (vloeistof zet uit als het warm wordt.)
  2. Om een goede werking van de radiator te waarborgen moet deze regelmatig schoongemaakt worden. Let erop dat de radiator wordt schoongemaakt wanneer deze volledig is afgekoeld. Het schoonmaken dient via de achterzijde te gebeuren! Op deze manier kan het vuil wat in de radiator gekomen is er uit. Dit dient met zacht stromend water te gebeuren. Daarbij voorzichtig in de richting van de lamellen borstelen.
Volg MotoShare opof

Best gelezen

Door deze website te gebruiken, ga je akkoord met de cookie voorwaarden.